Knelpunt/risico

Wanneer in een magazijn meerdere heftrucks (vorkheftrucks, reachtrucks, stapelaars, motorpallettrucks, orderverzamelaars (-pickers) etc.) rijden of er is een combinatie van lopen en rijden op heftrucks, is het risico aanwezig van letsel of schade door bijvoorbeeld een aanrijding of beknelling. De transportomgeving in magazijnen moeten daarom aan bepaalde inrichtingseisen voldoen.

Maatregel/oplossing

Aan transportomgeving worden de volgende voorwaarden gesteld:

  • Voetgangers moeten d.m.v. een hekwerk of een aparte route of lijnen op de vloer (10 cm breed en geel van kleur) worden gescheiden van heftrucks. De keuze is afhankelijk van de intensiteit van het verkeer.
  • Indien sprake is van magazijn/laad- en losplaatsen met veel en druk transportverkeer, waar ook voetgangers komen, moeten deze veilige looproutes, eventueel met wachtplekken tot hun beschikking hebben. De voorkeur gaat uit naar het opstellen van een verkeersplan en markeren van rijroutes, looproutes, opstelplaatsen en parkeerplekken. (Zie voor informatie over een verkeersplan het Arbocatalogusblad Gebruik, voorlichting en instructies mobiele arbeidsmiddelen)
  • de transportroutes dienen voldoende breed te zijn. Dat wil zeggen: in het geval van eenrichtingsverkeer minimaal 60 cm breder dan het breedst beladen voertuig. Op de route voor verkeer in beide richtingen minimaal 90 cm breder dan tweemaal het breedst beladen voertuig (bij normaal heftruckverkeer zal dat in één richting minimaal 160 cm zijn en in twee richtingen 290 cm);
  • er is i.v.m. het zicht, voldoende ruimte bij bochten en kruisingen van transportroutes; 
  • onoverzichtelijke bochten en kruisingen van transportroutes moeten voorzien zijn van hulpmiddelen om aanrijding en botsing te voorkomen, zoals (bolle) spiegels, of waarschuwingsknipperlichten die oplichten als een voertuig nadert; 
  • indien deuren aanwezig zijn dan moet de deuropening afgestemd zijn op de voertuigen die in en uit rijden;
  • de voorkeur gaat uit naar het scheiden van doorgangen voor voertuigen en voetgangers; 
  • bij de deuren/gangen die uitkomen op voetgangersroutes op minder dan 1 meter van een transportroute met dwarsverkeer, moet parallel aan de transportroute een deugdelijk hekwerk zijn aangebracht. De lengte van het hekwerk is zodanig dat het links en rechts van de deur of gang 1 meter doorloopt. Dit om te voorkomen dat voetgangers onverhoeds in de baan van een heftruck lopen.
  • de deuren in een rijroute vormen zo min mogelijk een belemmering bij het rijden. Bijvoorbeeld door het gebruiken van een snel automatisch openende en sluitende deur. Op het moment dat er verkeer van twee kanten kan komen of er ook voetgangers op de routes aanwezig kunnen zijn, verdient een roldeur de voorkeur boven klappende deuren;
  • om onoverzichtelijke situaties te voorkomen zijn (automatische) deuren voorzien van transparante delen. De eis is een oppervlak van tenminste 1 m2 op een hoogte tussen 1,25 en 2 meter boven de vloer;.
  • volledig transparante deuren zijn voorzien van markering, om stoten te voorkomen;
  • verbindingswegen met potentieel valgevaar voor het transportvoertuig, zoals bij hellingbanen, laadbruggen en laadperrons, moeten voorzien zijn van opstaande randen of andere adequate voorzieningen om valgevaar te voorkomen; 
  • arbeidsplaatsen liggen bij voorkeur niet nabij een transportroute, of zijn d.m.v. een hekwerk gescheiden van de transportroute; 
  • wanneer heftrucks of andere transportmiddelen frequent in en uit een gebouw rijden op een plaats waar mensen verblijven, moeten voorzieningen worden getroffen ter voorkoming van tocht, bijvoorbeeld door gebruik te maken van een tochtsluis, luchtgordijn of tochtflappen.

Normen en wetten

Arbobesluit: Hoofdstuk 3

Achtergrondinformatie

Europese regelgeving rondom het thema Veiligheid en gezondheid op het werk.
Arbo informatieblad 14: ‘Bedrijfsruimten: inrichting, transport en opslag’
Factsheet 16 Preventie van transportongevallen van het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk.