Knelpunt/risico
Bij onjuiste constructie, montage en verankering van stellingen (geldt ook voor Entresols en verdiepingsvloeren), bestaat omval- of instortingsgevaar.
Maatregel/oplossing
Constructie
- In de nieuwste NEN normen NEN-EN 15620, 15629 en 15635 en de oudere NEN normen ( NEN 5051, NEN 5052, NVN 5053 en NPR 5055 zijn de wettelijke eisen waaraan een magazijnstellingconfiguratie dient te voldoen, vastgelegd. De koper van magazijnstellingen moet daarom altijd een schriftelijke verklaring van de leverancier vragen waarin is vastgelegd dat deze NEN-normen van toepassing zijn. Dat geldt ook voor aanbieders van stellingen van buitenlands fabricaat.
- Er geldt voor magazijnstelling een bouwvergunningplicht indien:
- de magazijnstelling steunt op de vloer en het gebouw waarin de stelling wordt geplaatst;
- de magazijnstelling is hoger dan 8,5 meter.
- de magazijnstelling is voorzien van een verdiepingsvloer of een loopbrug en is hoger dan 3 meter. Voor entresols geldt altijd een bouwvergunningplicht.
Montage en verankering
- Het monteren van magazijnstellingen vereist specifieke deskundigheden. Om discussies achteraf te voorkomen verdient het aanbeveling de montagewerkzaamheden te laten uitvoeren onder regie van de stellingleverancier. Door de leverancier verantwoordelijk te maken voor het gehele project blijft ook de Wet Productaansprakelijkheid volledig van kracht.
- Bij het monteren van magazijnstellingen zijn verder nog twee essentiële aspecten van belang:
1. magazijnstellingen van verschillende merken hebben verschillende draagkrachtkarakteristieken. Ook zijn er verschillen in vormgeving en montagewijze. Het is hierdoor niet aan te bevelen om magazijnstellingen van verschillende merken tot één configuratie te koppelen.
2. het verankeren van magazijnstellingen aan bouwkundige onderdelen van het gebouw kan onvoorspelbare problemen opleveren. Zo kunnen bijvoorbeeld de spanten van een magazijnhal onderhevig zijn aan trillingen. Als de stellingen aan dergelijke spanten zijn verankerd, dan worden deze trillingen doorgegeven aan de stellingen met alle mogelijke gevolgen van dien. - Stellingen moeten op een goede wijze tegen omvallen zijn verankerd. Dit geldt vooral als het gaat om inrijdstellingen, en om stellingen die hoger zijn dan 2 meter en een hoogte/diepte verhouding van meer dan 4:1 hebben.
- Als stellingen met de ruggen aan elkaar gekoppeld zijn moet gecontroleerd worden of de koppelstukken (minimaal 2 stuks) aanwezig zijn.
- Als liggers en draagarmen via inhaakverbindingen gekoppeld worden, dan moet hier een borging aanwezig zijn. Als de borgingen ontbreken, bestaat het gevaar dat bij het in- of uitslaan van de last de ligger uit de staander getild wordt. Deze borgingen moeten regelmatig gecontroleerd worden op aanwezigheid en goede staat.
- Na montage geldt veelal een ingebruikname keurplicht (Zie Arbocatalogusblad Keuringen en onderhoud stellingen en entresols)
Aanvullende informatie
Een borgpen (veiligheidspen) verhindert dat de liggers per ongeluk uit de staanderperforaties geheven worden.
Normen en wetten
Richtlijn Arbeidsmiddelen (Richtlijn 2009/104/EG)
Arbobesluit: Hoofdstuk 3
Arbobesluit artikel 7.4a
Diverse NEN normen: NEN-EN 15620, 15629 en 15635, NEN 5051, NEN 5052, NVN 5053 en NPR 5055
Achtergrondinformatie
Europese regelgeving rondom het thema Veiligheid en gezondheid op het werk.
Arbo informatieblad 14: ‘Bedrijfsruimten: inrichting, transport en opslag’
Site BMWT
Site Logistiek.nl
Site Nolte opslag systemen
Factsheet 16 Preventie van transportongevallen van het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk.