Knelpunt/risico
Heftruckchauffeurs blijken in de praktijk geneigd om bij het kantelen uit de cabine te springen. Dit geeft een groot risico op beknelling.
Maatregel/oplossing
Er zijn drie mogelijkheden om het risico op beknelling bij het kantelen te beperken/te voorkomen:
- een volledig afgesloten cabine (Deze oplossing geeft de beste bescherming)
- veiligheidsgordels
- beschermbeugels (Nb. Het type beugel dat omhoog en omlaag geklapt moet worden, wordt door de chauffeurs niet altijd omlaag geklapt. Het type beugel dat naar buiten toe opengaat, kent dit aandachtspunt niet.)
Aanvullende informatie
De plicht om op mobiele arbeidsmiddelen een veiligheidsgordel te monteren, vloeit voort uit artikel 7.17a, lid 4 van het Arbeidsbesluit, zoals dat op 5 december 1998 van kracht is geworden. De tekst van dit artikel luidt als volgt: ‘Indien het gevaar bestaat dat de te vervoeren personen bij kanteling of omslaan bekneld kunnen raken tussen delen van het mobiele arbeidsmiddel en de grond, is een systeem geïnstalleerd waarmee zij kunnen worden tegengehouden.
Het kantelrisico bij een heftruck is voorwaarts of zijwaarts. Bij een voorwaartse kanteling van de heftruck is in de praktijk gebleken dat er geen beknellingsrisico aanwezig is. Wel is gebleken dat bij een zijwaartse kanteling de heftruckchauffeur de onbedwingbare neiging heeft om via de lage zijde van de heftruck weg te springen. Omdat dit de zijde is waarop de truck kantelt, is het risico levensgroot aanwezig dat de heftruckchauffeur bekneld zal raken onder de heftruck.
Duidelijk is, dat de heftruck een arbeidsmiddel is, dat conform artikel 7.17a lid 4 van het Arbeidsbesluit voorzien moet zijn van ‘een systeem dat voorkomt dat de chauffeur bij kanteling bekneld kan geraken onder de heftruck’. Dit betekent, dat alle heftrucks voorzien moeten zijn van een gesloten cabine of een veiligheidsgordel. Inmiddels is een aantal beschermingsmiddelen op de markt, zoals beschermbeugels naast de chauffeur, die dezelfde functies vervullen als de veiligheidsgordel. Hiermee wordt ook voldaan aan de voorschriften.
Uitgangspunt is dat als de gordel aanwezig is deze ook gedragen moet worden. De werkgever is verantwoordelijk voor een adequate instructie en een goed toezicht. De werknemer is verplicht de instructies op te volgen. In termen van aansprakelijkheid zal de veiligheidsgordel nog veel stof doen opwaaien. Voorspelbaar is dat een ongeval met persoonlijk letsel, waarbij de chauffeur de aanwezige gordel niet heeft gedragen, zal leiden tot een juridische strijd over de vraag of de werkgever adequate instructie heeft gegeven en er ook goed toezicht op heeft uitgeoefend. Als deze vraag positief beantwoord wordt dan bestaat er voldoende jurisprudentie om te kunnen voorspellen dat de chauffeur dan aangesproken wordt op zijn nalatigheid t.a.v. het dragen van de veiligheidsgordel.